maandag 22 juni 2015

Oeps!



Een moment hang ik los van mijn fiets in de lucht. Vertraagd dringen de beelden mijn bewustzijn binnen. Het verbrede trottoir dat zich in de bocht van de Oudenoord voor de ingang van de Gamma bevindt. De bevroren sneeuw met grijze gaten, blootgelegd door de beginnende dooi. Menselijke gestalten die omzichtig voortbewegen.
In mijn val probeer ik mij zijdelings in de richting van de stoeprand, een meter verder naar de kant, toe te bewegen. Weg van de stadsbus die vlak achter mij rijdt.
Ik vind mezelf terug bovenop een van de fietstassen waarmee ik het achterwiel standaard bekleed. Gelukkig, de fiets is bij het onderuitgaan naar rechts gevallen. Samen liggen we in de smurrie, die sneeuw, strooizout en het verkeer op winterse wegen achterlaat. Dooiwater stroomt voor me langs in de goot. Sijpelt weg in een putje onder de stoep.
De chauffeur heeft mij niet gezien. De bus remt niet af. Ik trek mijn benen op, maak me klein, wacht op het wiel dat groot en grijs op mij af komt stormen. Hoog torent het boven mij uit. Spettert rond met smurrie als het rakelings langs het achterwiel van mijn fiets snelt. Op het moment dat het tot me doordringt dat ik nog leef, dat ik niet vermorzeld ben, besef ik dat er nog een wiel moet komen.

Ik weet niet hoe lang de afstand is tussen het voor- en achterwiel van een bus? Ik weet dat de tijd zich onmetelijk lang uitrekte. Mij daar een leven lang laat zitten in angst en vreze.

Ook het achterwiel verplettert mij niet. Het rijdt net als zijn voorganger rakelings langszij. En terwijl de bus uit zicht verdwijnt, krabbel ik met knikkende knieën overeind. Niemand helpt. Niemand heeft het gezien. De mensen bewegen voorzichtig, bang om te vallen, de ogen gericht op de weg onder hun voeten, vooruit!



3 opmerkingen:

  1. April 2015 ColumnX: uitdaging van de maand en beloond met Column van de maand! De opdracht was: beschrijf een momentopname in ongeveer 300 woorden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooi beschreven. Vreselijk om mee te maken. Dat was goed te proeven in 300 woorden.

    BeantwoordenVerwijderen