zondag 26 juli 2009

Een Rijk Rooms Leven




Deze foto is gemaakt in 1955, kort voor het vertrek van mijn broer naar Brazilië.

Een broer in Brazilië is ook de titel van een boek door Bep Vuijk (1905-1991) geschreven. Ik heb het boek ooit in mijn bezit gehad, maar het weggegeven of kwijtgeraakt. Steeds als het gedachtegoed van een boek mij boeit, wil ik dat graag delen met anderen, wat vaak tot lege plekken in de boekenkast leidt.
Zestiger jaren vorige eeuw, bezoekt Bep haar niet geheel onbemiddelde broer in Brazilië. In het boek verhaalt ze over deze reis en geeft ze haar visie op de toen actuele ontwikkelingen in dat immense land: Brazilië is binnen, maar er staan er veel buiten, schrijft ze in een voorpublicatie in 'Vrij Nederland' van 18 mei 1968.
Hoewel ik altijd veel belangstelling heb gehad voor de (politieke) ontwikkelingen in Brazilië – ik was een echte fan van Dom Hélder Câmara, de rode bisschop - trok vooral de titel mijn aandacht.

Het Rijke Roomse Leven; we dronken het samen met de melk uit moeders borst. Buiten die context zouden de laatste vijf kinderen niet geboren zijn. Ik - het vijfde kind - ben een twijfel geval. Nu vormden we, zoals op de foto is te zien, een groot gezin met veel jongens. Telkens als een van hen op het punt stond om de basisschool te verlaten, klopte er een Pater Karmeliet op de deur. Eén van hen vertelde mijn moeder gekscherend: 'je hebt acht jongens, vier ervan zijn voor ons.'
Inderdaad verdwenen vier van mijn broers naar het klein seminarie in Zenderen. Niet allemaal voltooiden ze hun opleiding, maar het gaf wel een tweedeling in het gezin. Enerzijds waren er de studentjes, die - ver van huis - als eerste in nieuwe kleren werden gestoken of van schoenen voorzien en anderzijds waren er de jongens, die op de ambachtschool een beroep leerden en afwachtten of er voor hen nog een nieuwe broek af kon. Soms liepen de spanningen hoog op, gingen ze met elkaar op de vuist en maakte de ene broer de ander uit voor: 'vuile vieze pater!' Meestal was de solidariteit groot.
Ik vraag me wel eens af hoe de kinderen uit ons gezin zich ontwikkeld zouden hebben als er geen Rijk Rooms Leven geweest was? Als er geen invloed van Paters was geweest waardoor een deel van de kinderen konden doorleren: hun hersens gingen gebruiken, naar een vreemd en ver land vertrokken? Nieuwe ideeën en mogelijkheden het gezin binnen brachten?

Op dit moment scan ik de blauwgekleurde brieven in; flinterdun papier, porto 25 cent, die mijn moeder aan Mijn broer in Brazilië schreef . Alleen de brieven van na zijn vertrek november 1955 tot en met de jaren zestig zijn bewaard gebleven. Brieven waarin ze het opgroeien van haar gezin met kleine en grote zorgen tot leven brengt. In het midden van de woonkamer zit ze aan tafel in het licht van de lamp. Daar schrijft ze bijna wekelijks aan dat ene kind.
Uitvergroot op mijn computerscherm lees ik het vertrouwde handschrift waarin ze mijn broer, bijna als naar een vriend, vertelt over alles wat haar bezig houdt!

vrijdag 17 juli 2009

honder jaar geleden



Dit weekend is het honderd jaar geleden dat de vereniging voor harddraverij in mijn geboortedorp is opgericht. 1909 is ook het jaar dat mijn moeder is geboren.


Moeder in 1938 met haar twee oudste kinderen. Op weg naar de harddraverij en de erbij behorende kermis.









Moeder in 1954 met haar twee jongste kinderen reeds gearriveerd op het kermisveld.

dinsdag 7 juli 2009

Mijn eerste foto


Belichtingstijd heb ik mijn virtuele plekje in de ruimte genoemd. Godzijdank was deze titel nog vrij, want ik vind hem zo toepasselijk. Echt een vlag waaronder ik alles uit kan stallen wat ik de moeite van het memoreren waard vind.
Mijn eerste foto maakte ik ergens tweede helft jaren vijftig met de Agfa-klak van moeder. Heel bijzonder, bedenk ik nu, dat zij; de vrouw van een arbeider en moeder van tien kinderen, zich een fototoestel veroorloofde! Ik veronderstel dat het vertrek van één van mijn broers haar tot deze stoutmoedige daad heeft gedreven. Zeventien jaar oud vertrok hij onder de bescherming van een pater karmeliet naar Brazilië om daar de priesteropleiding af te ronden, die hij in Zenderen begonnen was. Toevallig of misschien ook niet verscheen verleden jaar bij Prometheus een boek van Marcel Haenen 'Tien paters op Gods grote akker', dat het leven van de laatste lichting Nederlandse missionarissen in Brazilië beschrijft. Hoewel mijn broer bij de voorlaatste lichting zat hebben ze ook gebruik gemaakt van de brieven die hij in die jaren naar ons ouderlijk huis schreef.
Terug naar de Agfa-klak met het geel gekleurde rolletje, dat je eerst los moest peuteren waarna het nog een hele toer was om het begin in het gleufje van het toestel te plaatsen. Had je geluk - lag je rolletje niet als een uitgewaaierde rol WC-papier op de grond en overleefde het ook het eruit halen - dan ontving je na ongeveer een week, acht foto's met de afmeting van de negatieven, namelijk zes bij negen centimeter. Ik heb er nog heel wat in mijn bezit.
Niet toevallig dat het object van mijn allereerste foto een groepje kinderen is: mijn twee jongste broers en drie buurkinderen. Kinderen vormen, ook nu nog, een belangrijk onderwerp binnen mijn fotografie. Kinderen van mijn broers, zus, neefjes, nichtjes, kinderen van vrienden; ik heb er heel wat voor mijn lens gehad voor ik zelf moeder werd.
Terugkijkend naar de foto zijn het niet de kinderen, maar het interieur dat me verrast. De kinderen zitten in en op de leunstoel waar vader na het eten even een dutje in deed. Het aquarium waar hij woest op bonkte omdat de vraatzuchtige maanvissen het kroost van de guppy's of neontetra's voor zijn ogen opaten. De Fuchia in de vensterbank, het pluche tafelkleed. Ik vraag me af waar de courantenhanger aan de muur gebleven is. Zeker net als de kopergravure bij de verhuizing door de hulp bij het grofvuil gezet. Ik probeer de boeken aan hun kaft te herkennen. Onderin liggen stapels prismaboeken. Bovenin staan boeken als: Bittere vrijheid, over het drama van de mannen die na de oorlog in Russische gevangenschap raakten. Jaren later naar huis terugkeerden, waar ze vrouw en kinderen van zich vervreemd vonden. Een ander boek: Dorothea's heerszuchtige liefde is me ook altijd bij gebleven. Misschien omdat mijn overgrootvader door zijn vader, een rijke herenboer, is onterft nadat hij met mijn overgrootmoeder (beneden zijn stand) trouwde. Dorothea begint als meid op een grote herenboerderij, maar als ze sterft heeft ze alles in haar bezit. Lekker puh!
De kamer lijkt schever dan hij in werkelijk was. Ik heb de foto niet helemaal recht genomen. Die kamer met zijn uitzicht op het weiland ernaast! In de zomer, het raam wijd open, speelden wij daar en reikte moeder ons de boterhammen aan.
De kinderen zijn er nog. Het huis is verdwenen, de kamer biedt geen uitzicht meer.