Een broer in Brazilië is ook de titel van een boek door Bep Vuijk (1905-1991) geschreven. Ik heb het boek ooit in mijn bezit gehad, maar het weggegeven of kwijtgeraakt. Steeds als het gedachtegoed van een boek mij boeit, wil ik dat graag delen met anderen, wat vaak tot lege plekken in de boekenkast leidt.
Zestiger jaren vorige eeuw, bezoekt Bep haar niet geheel onbemiddelde broer in Brazilië. In het boek verhaalt ze over deze reis en geeft ze haar visie op de toen actuele ontwikkelingen in dat immense land: Brazilië is binnen, maar er staan er veel buiten, schrijft ze in een voorpublicatie in 'Vrij Nederland' van 18 mei 1968.
Hoewel ik altijd veel belangstelling heb gehad voor de (politieke) ontwikkelingen in Brazilië – ik was een echte fan van Dom Hélder Câmara, de rode bisschop - trok vooral de titel mijn aandacht.
Het Rijke Roomse Leven; we dronken het samen met de melk uit moeders borst. Buiten die context zouden de laatste vijf kinderen niet geboren zijn. Ik - het vijfde kind - ben een twijfel geval. Nu vormden we, zoals op de foto is te zien, een groot gezin met veel jongens. Telkens als een van hen op het punt stond om de basisschool te verlaten, klopte er een Pater Karmeliet op de deur. Eén van hen vertelde mijn moeder gekscherend: 'je hebt acht jongens, vier ervan zijn voor ons.'
Inderdaad verdwenen vier van mijn broers naar het klein seminarie in Zenderen. Niet allemaal voltooiden ze hun opleiding, maar het gaf wel een tweedeling in het gezin. Enerzijds waren er de studentjes, die - ver van huis - als eerste in nieuwe kleren werden gestoken of van schoenen voorzien en anderzijds waren er de jongens, die op de ambachtschool een beroep leerden en afwachtten of er voor hen nog een nieuwe broek af kon. Soms liepen de spanningen hoog op, gingen ze met elkaar op de vuist en maakte de ene broer de ander uit voor: 'vuile vieze pater!' Meestal was de solidariteit groot.
Ik vraag me wel eens af hoe de kinderen uit ons gezin zich ontwikkeld zouden hebben als er geen Rijk Rooms Leven geweest was? Als er geen invloed van Paters was geweest waardoor een deel van de kinderen konden doorleren: hun hersens gingen gebruiken, naar een vreemd en ver land vertrokken? Nieuwe ideeën en mogelijkheden het gezin binnen brachten?
Op dit moment scan ik de blauwgekleurde brieven in; flinterdun papier, porto 25 cent, die mijn moeder aan Mijn broer in Brazilië schreef . Alleen de brieven van na zijn vertrek november 1955 tot en met de jaren zestig zijn bewaard gebleven. Brieven waarin ze het opgroeien van haar gezin met kleine en grote zorgen tot leven brengt. In het midden van de woonkamer zit ze aan tafel in het licht van de lamp. Daar schrijft ze bijna wekelijks aan dat ene kind.
Uitvergroot op mijn computerscherm lees ik het vertrouwde handschrift waarin ze mijn broer, bijna als naar een vriend, vertelt over alles wat haar bezig houdt!