donderdag 11 maart 2010

Winters: nu & toen -slot



 Winter 2010 loopt op zijn einde. De koudste sinds veertien jaar met veel sneeuw. Ik heb er van genoten, maar realiseer me ook dat het, met een koudegetal van bijna 95 niet echt een strenge winter was. Gezien het machine gebreide jack dat ik draag – gekocht voor mijn eerste wintersport vakantie februari 1965 – dateert de foto boven uit de winterse periode in februari/maart 1965. Een winter met een koudegetal van 57.7 maar met een late vorstperiode waar genoten werd van sneeuw en ijs.
Ik dus. Samen met mijn zus (rechts) en twee jongste broers poseren we hier voor... ja voor wie? Vermoedelijk voor een andere broer met in zijn handen de Afga-klak van moeder. We schaatsten op het ijs van de Nieuwe Vaart in mijn geboortedorp; de vaart waar iedereen naar toe komt als het ijs sterk genoeg is, waar de schaatswedstrijden worden georganiseerd en waar ook onze toekomstige Koning Willem Alexander wel eens is gesignaleerd. Mijn zus en ik rijden op kunstschaatsen, dat was heel gewoon in die tijd. Mijn zus was zeer bedreven; draaide, sprong, zwierde er lustig op los. Bij mij ging dat niet vanzelf.

Zeventien jaar oud heb ik eindelijk genoeg geld om zelf kunstschaatsen te kopen. Weg met de ingevette schaatsen verpakt in oude kranten, afdankertjes van de vorige generatie. Trots open ik de vierkante doos, verwijder het vloeipapier en snuif de geur op van verlijmd leer. Daar liggen ze. Hagelwit, bruine hak en zool met de verchroomde ijzers er op vastgeschroefd. Met een omgekeerde schaats in mijn hand, volgt mijn vinger de zachte ronding van het glijvlak tot aan de ingeslepen tandjes vooraan. Geen kromming, geen braam te zien. Met zulke schaatsen moet het buiten overhangen geen probleem zijn. Het is een kwestie van niet bang zijn, geen angst om te vallen. Erop vertrouwen dat de ijzers niet onder me weg zullen glijden als ik opzij hel. Die nacht staan de schaatsen in de doos onder mijn bed en droom ik tot aan de morgen dat ik de kunst van het figuurrijden beheers. Ik voel hoe mijn lichaam één wordt met de schoenen en het ijs, terwijl ik afwisselend links en rechts overstap. Buiten over hang. Van links naar rechts over het ijs zwier. Wakker geworden sluip ik met mijn schaatsen in mijn handen naar buiten, naar de bevroren sloot gelegen achter wat we 'het grote bos' noemen. Uit het zicht van broers en zus voltrekt zich het wonder. Alsof ik me die nacht in bed heb ingeschaatst rijd ik mijn rondjes, hang buiten over zonder onderuit te gaan.

Met het verklaren van de hoeveelheid sneeuw die de afgelopen winter viel (41 dagen met sneeuwdek), keerden de weerdeskundigen steeds terug naar de winter van 1979 met 60 sneeuwdekdagen. Even voor het begrip: Een sneeuwdekdag is een dag waarop, gemeten om zeven of negentien uur, er een laag sneeuw ligt van minstens één cm. De winter van 1979 was echt koud, met sneeuwstormen die het openbare leven in het noorden van ons land voor meerdere dagen totaal ontwrichtte. Sinds 1901 een zevende plaats in de rangorde: koudste winters. 
De foto van mij met de zeer jonge kinderen van twee van mijn broers op de slee, is genomen in 1979 eveneens op de Nieuwe Vaart, maar nu richting dorpskern. Het zal op een zondag zijn geweest. Iedereen even terug naar het ouderlijk huis. Op bezoek bij oma, een sneeuwpop maken in haar tuin en daarna een sleetocht met Tante over het ijs.

Een paar jaar later ben ik zelf moeder. Met behulp van de koudegetallen van Hellmann heb ik mijn eerste tien kinderjaren vergeleken met die van mijn beide zoons en ontdekt dat mijn kinderjaren met een gemiddelde van 121 flink kouder waren dan van Aram en David met resp. 75 en 56 hellmannen.

De o zo belangrijke kinderfoto's in de sneeuw. Van Aram heb ik er nog wat kunnen maken: in de kinderwagen tijdens een korte periode ijs begin 1982. Als peuter op de kinderboerderij, eenden voeren in het wak van de bevroren vijver. Ik heb voor hem zelfs echte houten doorlopers gekocht. De winters van 1985 en 1986 waren flink koud en het zal deze laatste winter zijn geweest dat hij, hier vier jaar oud, zijn eerste schaatspogingen doet.De doorlopers zijn daarna niet meer uit de kast geweest. 


 

De prille jaren van David verliepen zonder ijs of sneeuw. Van hem niet één foto als baby of peuter in een witte wereld.
Reeds vijf jaar oud, tijdens een zomervakantie in de Franse Alpen, verwonderde hij zich voor het eerst over dit natuurverschijnsel. Opgewonden toont hij mij hier 'een voetstap' gevonden in de sneeuw. Het zou tot de winter van 1997 duren voor ik hem op schaatsen had staan.


 




IJspret op de grote plas langs het Hoogekampse Pad. Hier trekt David zijn eerste baantjes. Samen met de kinderen en leerkrachten van de Vrije School, die niet van plan zijn om dit zeldzame winterse gebeuren in een klaslokaal aan zich voor te laten gaan.
 

Met op de televisie de Olympische Winterspelen erbij, mogen we over de winter van 2010 niet klagen. We hebben kunnen genieten van ijs en van sneeuw. Hoe dat in de komende jaren zal zijn wacht ik maar rustig af. Eén ding is zeker: de kans dat ik op mijn oude dag naar Leeuwarden af moet reizen om mijn kinderen aan het einde van een Elfstedentocht met bloemen te verwelkomen, acht ik nihil. Voor mij geen Sven en Sven.

7 opmerkingen:

  1. Mooi stukje, hoor! Echt leuk met die foto's erbij.

    Liefs,

    Inge (van Jan)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je Inge. Gezellig dat je reageert.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Alhoewel ik goed klaar ben met die winter, toch weer een aardig stukje archeologie Sagita. Hellmannen?? A propos, jij kent Michiel KN dus ook?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Een Hellmann is de gemiddelde dagtemperatuur beneden nul, zonder het minteken, die over een periode opgeteld samen het koudegetal vormen. Hellmann is de man die het uitgevonden heeft. Dus zoiets als het aantal Watt van een lamp. In een ander stuk Winter heb ik het toegelicht. Ja leuk, vond de naam van Michiel op jouw site. Vond hem zo op zijn ouders lijken, waarbij ik op kamers woonde, dat ik hem daarover een mailtje heb gestuurd. En ja het was raak. Even wat herinneringen en foto's, die ik had met hem uitgewisseld. Heel aardige jongen. Schrijft goed.
    En nu weg met de winter. Alleen sneeuw-klokjes wil ik nog zien.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Mooi stukje en na zo'n mooie lentedag als vandaag is de afgelopen winter nu al nostalgie...

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Ja ik heb de hele middag in mijn volkstuin gewerkt. Heerlijk! Geen vlokje sneeuw meer te zien, maar oud spul uit de herfst des te meer.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Voor mij ben je voortaan Rayonhoofd Voordorp.

    BeantwoordenVerwijderen