Ik weet dat je er bent. Ik ben niet meer alleen. Je bent niet groter dan een speldenknop, een mini framboos, maar je hebt het stuur uit mijn handen genomen en vaart nu met mijn lichaam een eigen koers. Mijn borsten barsten uit hun sponning. Mijn vlees voelt loom. Mijn stappen zwaar als klei. Slapen wil ik, lang slapen; wegdromen als een plas water die in het moeras verdampt tot een heiig laagje lucht. Vanmorgen ben ik op bezoek geweest bij een vrouwenarts. De test was positief. Hij heeft een echo gemaakt. Ik zag je op het scherm. Je lijkt op een garnaal waar armpjes en beentjes aangroeien. Je zwaaide naar me; schokkerig en traag. Op het zwart-wit fotootje in mijn hand ben je niet meer dan een lichtpuntje; een klein sterretje ergens in het heelal. Vreemd dat iemand tegelijkertijd zover weg en toch zo dichtbij kan zijn. De arts vroeg aan mij of je gewenst bent? Ik heb hem niet geantwoord. Ik woon in een tweekamer appartement. We zullen de slaapkamer delen. In mijn linnenkast maak ik een plank voor jou leeg. Daar leg ik je kleertjes in rechte stapeltjes; rompertjes, T-shirts, jumpsuits. Vanmorgen op weg naar de supermarkt, passeerde ik een babyzaak. Ik was er niet eerder binnen geweest. Nu kon ik het niet laten. Aan lange rekken met hangertjes hingen vestjes en trendy jurkjes Op een tafel lagen spijkerbroekjes. Ik heb de een na de ander in mijn handen genomen, bekeken en de stof betast. Ik weet niet of je een jongen of een meisje bent. Ik heb niets gekocht, ook geen sokjes. Word je een jongen? Mijn kleine bewonderaar, die zijn armen om mijn hals slaat, me afschermt van andere mensen en trots zegt: 'Mijn Mama!' Ik zal je knuffelen en troosten als je voor de zoveelste keer met stuk gevallen knieën thuiskomt. Zonder morren alle kleren wassen, vuil van het buiten spelen of die je meebrengt van het voetbalveld. Het voor je opnemen als ook maar één juffrouw of meester durft te twijfelen aan jouw talent. Misschien ben je een meisje? Mijn dochter, die - hoe klein ze ook is - alles zelf wilt doen: jas dichtknopen, veters vastmaken, broek ophalen. Ik zal geduldig toekijken, niet ingrijpen, me niet schuldig voelen als je me een ontaarde moeder vindt. Je mag mijn lipstick, mijn mascara, mijn T-shirts, mijn schoenen met hakken en de Pil van me lenen. Ik zal je alle ruimte geven die je nodig hebt om een vrouw van formaat te worden. En als je huilen moet zal ik je zonder woorden vasthouden in mijn armen. Vraag me niet naar je vader. Het stelde niet veel voor; een kortstondige liefde in eenzaamheid gesmoord. Een illusie, meer was het niet. Hij weet niet dat je er bent. Ik heb het niet gezegd. Jij bent mijn verantwoordelijkheid. Ik zal voor je zorgen. Ik houd van mijn werk, heb een leuke baan. We lossen het wel op. Weet je, er zijn kinderdagverblijven en oppasouders. Mijn eigen ouders heb ik nog niets verteld. Vannacht heb ik gedroomd. Ik liep met jou in mijn armen op een grote markt. Uit de menigte om me heen drong een oude vrouw naar voren. Met een stem, die geen tegenspraak duldde, vroeg ze me om jou te laten zien. Ik gunde haar voorzichtig een blik. Ze staarde naar jou. 'Het is een mongooltje,' zei ze. 'Een mongooltje, hoor je!' riep ze vervolgens heel hard over het plein. In de stilte die volgde, keerden de aanwezige mensen zich naar ons toe. Ze wezen, lachten, sloegen zich op de dijen en riepen: 'Ze heeft een mongooltje.' Ik probeerde met mijn hand je te beschermen tegen het oorverdovende lawaai dat in golven over ons heen rolde. Ik trilde op mijn benen, transpireerde over heel mijn lijf. Toen werd ik wakker. Ik heb een afspraak gemaakt met de vrouwenarts. Ik wil een gesprek over jou. Misschien had je het niet moeten doen: bij mij gaan groeien. Het zal heel moeilijk worden. Het leven is niet eerlijk. Er bestaat geen rechtvaardigheid. Mensen lijden honger. Voeren oorlogen. Vechten elkaar dood. Zelfs kinderen doen er aan mee. Huil niet! Ik ga alleen maar praten. We hebben nog tijd. Vandaag heb ik het gesprek gehad. Er is een datum vastgesteld. Sorry! Het ligt niet aan jou. Met jou is alles in orde. Je danst en springt, draait je vliegensvlug om en om. Het kan niet. De waarheid is; mijn liefde is niet groot genoeg voor jou. |
woensdag 8 augustus 2012
Brief aan een ongeboren kind
Labels:
fictie,
kort verhaal
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Beklemmend eerlijk en ontroerend. Brok in mijn keel.
BeantwoordenVerwijderenAch, wat prachtig geschreven. Maar zo is het niet gegaan, hè? Bij jou toch niet? Er staat "fictie".
BeantwoordenVerwijderenoooo tjonge ik schrik der van.
BeantwoordenVerwijderenHet is weer heel ontroerend mooi wat je hier neerzet.
BeantwoordenVerwijderenEen keer lezen was niet voldoende. Die laatste zin...
Ik vraag het me altijd weer af: wat is ware liefde?
Dank voor de complimenten! @Marja een verhaal is altijd een mengeling van verzonnen en waar gebeurde elementen. En daar laat ik het bij ;-)
BeantwoordenVerwijderenEen beklemmend, ontroerend verhaal.
BeantwoordenVerwijderenIk weet niet zo heel goed wat ik erover moet zeggen verder...
It made my eyes go watery...
Liefs,
Mama Krieltje
Ja wat zal ik je antwoorden? Terecht dat het je ogen nat maakt. Het is een vreselijk dilemma waar heel veel vrouwen een antwoord in moeten zoeken. Dank voor je eerlijke reactie!
VerwijderenSag, hij hakt er weer in. Maar ik vind de beslissing zo begrijpelijk. Hoewel ik me kan voorstellen dat niet iedereen zo denkt en handelt. Je schrijft het al, een vreselijk dilemma
BeantwoordenVerwijderenMet kippevel en vol ontroering gelezen... aangrijpend.
BeantwoordenVerwijderenTranen over mijn wangen...
Dank voor je ontroerende reactie!
Verwijderengroet Sa
Een schrijfje dat iemand echt naar de keel grijpt @->--
BeantwoordenVerwijderenAnna dank voor je reactie!
VerwijderenWat een onverwachte twist op het eind, ik kon mijn ogen bijna niet geloven. Mooi.
BeantwoordenVerwijderenDank!
Verwijderen