maandag 20 augustus 2012

Een Winterse liefde (1)




De STIMEZO-kliniek lag een paar minuten lopen van het treinstation. Het leek een gewoon huis in een betere buurt. Onderaan de stenen trap bleef ik even staan. Twee deuren op één portiek. Een bescheiden naambordje wees me waar ik moest zijn.

De kleine kamer - ooit misschien het domein van een kind - was niet verwarmd. Ik nam plaats in de gynaecologische stoel en tilde mijn benen in de beugels. Op het tafeltje naast mij, lagen in een niervormig bekken een stel pietepeuterige limonaderietjes te ontdooien. Verwonderd nam ik het beeld in me op: moesten een paar van die doorzichtige tandenstokers mij een kind geven? Een kind, waar van mijn moeder altijd zei, dat je het eerder had dan het juiste lot uit een loterij.
De dokter die de inseminatie zou verrichtten kwam de kamer binnen. ‘Herman,’ stelde hij zich voor.‘Wij werken voornamelijk met bevroren sperma,’ zei hij, terwijl hij het stalen speculum bij mij naar binnen schoof. Een koude rilling trok door me heen en mijn blik zette zich vast op de kruin van zijn naar voren gebogen hoofd.
'Een voordeel hiervan is dat we continu sperma in voorraad hebben. We kunnen dus meer vrouwen tegelijkertijd behandelen en we kunnen op meerdere dagen om de eisprong heen insemineren.'
'Maar zo kan één man een heleboel nakomelingen krijgen, dat verhoogt toch de kans op inteelt?’
Herman nam met een lang wattenstokje wat slijm weg bij mijn baar­moeder­mond en smeerde het op een glasplaat­je: 'ik doe eerst even een varentest,'
Herman liep naar een tafel in de hoek van de kamer en terwijl hij door een micro­scoop naar de structuur van het slijm tuurde, antwoordde hij: 'het beleid is hier zo dat, als een donor tien kinderen heeft verwekt, hij uit het bestand wordt verwij­derd. De ontmoe­tings­kans tussen de kinderen is dan zo klein dat we dit risico toe­laatbaar achten.'


 

Veel later pas, realiseerde ik me, dat binnen die redenering geen rekening was gehouden met de mogelijkheid dat alleenstaande moeders en lesbische echtparen elkaar wilden ontmoeten om ervaringen uit te wisselen. Er was helemaal geen kennis voor handen over de psychosociale ontwikkeling van KID-kinderen. KID was tot dan voorbehouden aan echtparen waarvan de man onvruchtbaar was gebleken en hen werd door de behandelende artsen sterk aangeraden om de biologische achtergrond voor het kind en de omgeving te verzwijgen. BOM-vrouwen en lesbiennes hadden geen belang bij geheimhouding. Zij doorbraken dit taboe waardoor KID-kinderen meer kansen kregen om elkaar te leren kennen, om wederzijds verliefd te worden en zelfs om met hun halfzus of halfbroer te trouwen.

Nu nam ik zijn verhaal voor waar aan en ik vroeg of er al varens waren?
‘Ja, maar de structuur is nog niet optimaal. Ik denk dat de eisprong nog even op zich laat wachten. Je mag het straks zien.' Herman liet het preparaat voor wat het was en zoog de in­houd van twee rietjes op in een spuitje. Ieder rietje bevatte een kwart centiliter van het mengsel: spermacellen bewaard in een vloeistof, die ze beschermt tegen het invriespro­ces.
Herman zag mijn twijfelende blik: ‘het lijkt weinig maar het bevat genoeg levendige cellen’, verzekerde hij. Hij plaatste het halfronde kapje met slangetje op mijn baar­moe­dermond en zoog een beetje lucht weg. Zo bleef het stevig zitten. Herman vertelde verder over de donoravond die de komende woensdag gehouden zou worden.
Donoren leverden bij aankomst niet direct hun sperma. Ze zaten eerst wat bij el­kaar en praatten en dronken wat. Na verloop van tijd vertrok de een na de ander naar een cabine waar tijdschriften lagen met erotische afbeeldingen en er stond een potje...

Naar deel 2

5 opmerkingen:

  1. Ach wat jammer, zo'n klinische bedoening. Doe mij dan maar de ouderwetse manier. ;o)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. interessant om te lezen Sagita en ik zie uit naar vervolg.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Zo realistisch heb ik er nog nooit over nagedacht. :-)
    Ik ben benieuwd naar het vervolg.

    BeantwoordenVerwijderen